Het mineraal mangaan is een onmisbaar bestanddeel van veel bij de stofwisseling betrokken enzymen (stoffen die biochemische reacties versnellen). Daarnaast stimuleert het bepaalde enzymen. Het wordt opgeslagen in beenderen, lever, nieren en alvleesklier.
Mangaan komt voor in granen, rijst, noten, bladgroenten, fruit, vlees, vis en thee. Het is nodig voor de vorming van botweefsel. Factoren die de opname van mangaan beïnvloeden zijn de aanwezigheid van calcium, fosfaat en ijzer. Bij een hoog gehalte aan deze drie stoffen in de voeding vermindert de opname van mangaan, bij een laag gehalte verbetert de opname.
De maximaal veilige dosis voor mangaan is 11 milligram per dag. Bij de veilige dosis gaat het om een gemiddelde waarde, waarbij een ruime marge is genomen. Dit betekent dat éénmalige of kortdurende overschrijding van de maximaal veilige dosis geen direct gevaar oplevert.